Wat is dierenwelzijn en wat zijn de wettelijke kaders?

Definitie: Een individu verkeert in een staat van welzijn wanneer het in staat is zich actief aan zijn levensomstandigheden aan te passen en daarmee een toestand kan bereiken die het als positief ervaart.

De intrinsieke waarde van dieren wordt door samenleving en wetgever erkend en steeds zwaarder meegewogen (Wet dieren artikel 1.3). De wetgever wil benadrukken dat dieren levende wezens zijn waarmee met respect dient te worden omgegaan. Het belang van het dier legt voor de wetgever gewicht in de schaal. Ook al is iets niet verboden, denk altijd na of je met je handelen de intrinsieke waarde van een dier respecteert.

Door de Brambellcommissie zijn in 1965 vrijheden geformuleerd met de aanname dat dierenwelzijn was gediend wanneer dieren gevrijwaard zijn van bepaalde zaken. De Britse Raad voor Dierenwelzijn (Farm Animal Welfare Council, FAWC) heeft de vrijheden later uitgewerkt tot de volgende lijst van ‘vijf vrijheden voor dieren’ welke zijn opgenomen in de Wet dieren en worden gezien als parameters voor een goed dierenwelzijn:


• vrij van dorst, honger en ondervoeding,
• vrij van fysiek en thermaal ongerief,
• vrij van pijn, verwonding en ziektes,
• vrij van angst en chronische stress en
• vrij om natuurlijk gedrag te vertonen.


In de Wet dieren staan, als dat mogelijk is, doelvoorschriften. In sommige situaties zijn er middel- voorschriften. Doelvoorschriften geven aan wát een eigenaar/houder moet bereiken. Middelvoorschriften geven aan hóe de eigenaar/houder het doel moet bereiken. Voor het houden
van huisdieren zijn onderstaande artikelen de meest gebruikte.

Artikel 2.1, lid 1 van de Wet dieren. Het is verboden om zonder redelijk doel of met overschrijding van hetgeen ter bereiking van zodanig doel toelaatbaar is, bij een dier pijn of letsel veroorzaken dan wel de gezondheid of het welzijn van het dier benadelen.

Artikel 2.1, lid 6 van de Wet dieren. Een ieder (!!) verleent een hulpbehoevend dier de nodige zorg. (Deze zorg verlenen geldt ook voor in het wild levende dieren en kan bestaan uit melden van een situatie)

Artikel 2.2, lid 8 van de Wet dieren. Het is verboden om als houder(s) van een dier aan dit dier de nodige zorg onthouden. Dit artikel bevat een zorgplicht voor houders van dieren. Op grond van dit
artikel is het de houder van een dier verboden aan dat dier de nodige verzorging te onthouden. De bepaling is ingegeven door de notie dat degene die een dier houdt ook verantwoordelijkheid draagt voor het welzijn, de gezondheid en de integriteit van die dieren. In het Besluit houders van dieren staan algemene regels over hoe een eigenaar/houder dieren moet houden en verzorgen. Deze algemene regels gelden voor alle gehouden dieren.

Artikel 1.3 van de Wet Dieren bevat een aantal ‘verboden gedragingen’ zoals schoppen of ontdoen van een dier. De schending van dierenwelzijn behoeft niet te worden aangetoond, aantonen van het verrichten of nalaten van die bepaalde gedraging is voldoende.

Artikelen 1.6 tot en met 1.8 van de Wet Dieren worden het meest gebruikt en bevatten de algemene verplichtingen voor een eigenaar/houder waarbij de eigen verantwoordelijkheid van de
mens ten opzichte van het dier wordt benadrukt en bevatten onderwerpen als huisvestings- en verzorgingsnormen. De volledige teksten van de wet, de besluiten en de regelingen zijn te vinden op wetten.overheid.nl

Dat is wat de wet erover zegt….. maar hoe ‘meet’ je dan het welzijn van de dieren? Je kan het ze immers niet vragen? Als je het welzijn van dieren wilt beoordelen, kun je het beste naar het dier zelf kijken en naar aspecten van de leefomgeving. Gedrag en gezondheid maar ook huisvesting geven belangrijke informatie over het welzijn van een dier. Op de website van het Landelijke informatiecentrum gezelschapsdieren is veel informatie te vinden over het op verantwoorde wijze
houden van dieren. Zo lees je er waar de bewuste diersoort oorspronkelijk vandaan komt, hoe kun je ze het beste huisvesten, verzorgen etc. Kort door de bocht: als dieren gehouden worden op de manier waarop dat op deze website beschreven staat, is de kans groot dat het welzijn niet ernstig
benadeeld wordt.

Door: Colette de Jong, Districtsinspecteur, buitengewoon opsporingsambtenaar en toezichthouder van de Stichting Landelijke Inspectiedienst Dierenbescherming

Dit artikel is geschreven voor de Nederlandse Hoardingweek 2021